Ik ben
…in de diepste diepte van het nu
en in strelend zachte zomerwinden.
Maar zoek mij niet buiten u,
daar zult u mij niet vinden.
Ik ben in de vrieskou die bijt in uw gezicht,
maar ook in de omarming die uw last verlicht.
Ik ben in de glimlach op een vriendelijk gelaat.
Ik ben de bescherming op het pad dat u gaat.
Ik ben in u en u bent in mij,
U bent niet alleen, ik ben er altijd bij.
Zo word ik door u en u door mij omhuld
en is het diep in uzelf dat u mij vinden zult.
***
Hogere sferen
Weleens in hogere sferen geweest?
Welnu, daar woont de wereld van de Geest.
En ook al heeft u het niet altijd door,
toch fluistert Zij vaak boodschappen in uw oor.
En begrijpt u het soms niet helemaal,
weet dan:
de Geest spreekt in symbolentaal.
Deze taal die steeds door mensen wordt vergeten,
kan alleen ontcijferd worden met hulp van uw innerlijk Weten.
Dit gaat niet van de een op de andere dag,
maar zie het als een proces waarin u groeien mag.
***
Het beloofde land
in een heel fijn trillingengebied,
beelden met een symbolische waarde,
maar vaste vormen zag ik er niet.
En in dit land,
op de vloedlijn tussen zee en strand
waar status, geld en macht waren afgelegd
en de één niet leed om wat de ander had gezegd,
werden verschillen met vreugde begroet
omdat ze iets toevoegden aan de kleurrijke stoet.
Men was er niet heilig, oogde zelfs niet sereen,
maar niemand had last van de drukte om zich heen.
Aangeleerde kennis was daar vergeten
in een fierheid van: “Ik hoef niets meer te weten!”
Het was er niet gisteren, niet morgen, alleen vandaag
en antwoorden borrelden al op vóór het ontstaan van de vraag.
Een wereld als een belofte, het land van de regenboog,
waar wezenstrilingen zich manifesteren
voor het geestesoog
van een ieder die wil groeien en leren.
Dit stukje hemel op aarde
vol symbolische waarde,
‘het Beloofde Land’
is een heel fijn trillingengebied
waar je de beelden van je innerlijk ziet.
Dierbaar
Een dierbaar mens vergeet je zomaar niet
en soms.... opeens.....
is het net of je diegene weer ziet
iets of iemand raakt iets in je aan
waardoor je hem of haar
zo weer voor je ziet zitten of staan
ja, zo iemand blijft altijd bij je
en 'woont' in je hart
op een heel bijzonder en dierbaar plekje
een plaatsje 'apart'
***
Ontvankelijkheid
Kijk eens naar het heel kleine kind
dat zijn eerste ervaring in het lichaam heel belemmerend vindt
want komt het niet net uit een wereld vandaan
waarin het vrij was overal naar toe te gaan?
Dan even later, als het kind het lichaam wat beter kent
verdwijnt deze ervaring en raakt het aan de beperking gewend
maar de herinnering is nog niet vergeten
en diep in zichzelf is er een veilig Weten
dat er altijd contact is en dat het in zijn dromen
op reis kan gaan om weer even thuis te komen
Maar met het verstrijken van de tijd
raakt de mens ook deze ontvankelijkheid kwijt
het oorspronkelijk-Zijn wordt donkerder van kleur
de schemering valt en sluit de deur
De mens gaat zich met zijn lichaam identificeren
en moet opnieuw met vallen en opstaan leren
wat hij als heel klein kind al heeft gevoeld:
dat het lichaam alleen als je jasje is bedoeld.
***
Verwantschap
In een droom vanuit een lichtblauwe sfeer,
opende jij een deur, heel even was je er weer.
Je kwam me vertellen dat het goed met je ging.
Een droom als een belofte en vol verwondering.
Toen loste je gestalte op en verdween uit het zicht,
de deur in de witte nevel ging langzaam achter je dicht.
Maar heel even was je er weer,
heel even weer samen in deze lichtblauwe sfeer.
Er is een verwantschap die altijd blijft bestaan,
een zilveren contact dat door dimensies heen kan gaan.
***
Uw hand...
Met uw hand reikend naar de mijne
kwam ik in het reine
met de weg die ik moest gaan.
Nam ik afscheid van mijn aards bestaan.
Mijn ogen vielen langzaam dicht.
Er kwamen prachtige kleuren in zicht
en de dood waar de mens zo voor vreest,
bleek een uitnodiging tot een schitterend feest!!
***
Geen zorgen
Geen zorgen
over morgen
geen verdriet en geen pijn
wat zal dat heerlijk zijn…
Zo glijd ik heel soepel en zacht
naar een wereld van heldere kleuren
vol zoete, weldadige geuren
en zoveel mooier dan verwacht…
Want:
het lichaam blijft achter, maar de ziel leeft voort
geen zorgen, geen morgen meer
alleen maar die luisterrijke sfeer
van dat heerlijke trillingenoord…
***
Ken je mij?
Terwijl elk mens op zoek is naar mij
bèn Ik niet ver, maar oh zo dichtbij
Want:
Ik ben 't stemmetje dat fluistert in je oor
en piep soms nèt tussen je gedachten door
met een prachtig plan of een verrassend idee
immers, ik ben er altijd, ik kijk met je mee
wanneer jij je uit en je meent 't oprecht
ben ik te horen in de woorden die jij zegt
je kunt mij ervaren in het onbevangen spel
maar niet in goed, beter, best of supersnel
Ik sta buiten agenda's, buiten de tijd
als dat jouw houvast is, dan ben je mij kwijt
Ik taal niet naar aanzien of naar macht
ik ben jouw ontvankelijkheid, ik ben je kracht
Ik ben niet te vinden in een zalvend woord
nee, mijn wijsheid blijft vaak ongehoord
Ik ben goed noch slecht, arm noch rijk
en kan putten uit een onmetelijke kijk
men zoekt mij vaak in grootse zaken
maar ik ben in de kleine dingen die je raken
zo ben ik niet ver, maar heel dichtbij
want ik Weet van jou en jij bent mij
Ik zie jouw naaktheid en ken jouw pijn
ik ben de bron die ontspringt in je diepste Zijn
Ken je mij? Dan ben jij nooit meer alleen immers,
jij en ik zijn samen EEN
jij weet van mij als jij jezelf herkent
want ben ik niet wie jij wèrkelijk bent..?
jouw grote ik, jouw goede herder?
Ken je mij? Dan reizen we samen verder
Ken je mij? de weg, de waarheid in je leven?
Proef, ervaar
word mij gewaar
want het aards bestaan duurt maar zo even...
***
Lieven en Leven
Mijn mantel zei:
Ik hou ermee op,
het is genoeg geweest, ik stop.
Ik zit vol barstjes en scheurtjes
en ook mijn kleurtjes
worden wat minder.
Bovendien bezorg ik je veel hinder
en eigenlijk ben ik helemaal op:
mijn lieve mens
het is tijd dat ik stop!
En ik antwoordde:
Dan neem ik afscheid van jou en het aards bestaan,
bedankt dat je met me mee op pad bent gegaan.
Wat hebben we gelachen en gezongen,
gekust, gedanst en gesprongen,
gehuild, geliefd en ruzie gemaakt
en wat werden we door vele dingen geraakt.
Wat liefden we voorjaarsbomen en weidebloemen
en kinderen die vroegen:
“Hoe vind je mijn nieuwe schoenen?”
Wat liefden we de geur van verse koffie
en een hele dag niksen in je ouwe kloffie,
het wegstervend geluid van een bromfiets in de nacht,
een hond die zo blij is dat het lijkt of ie lacht.
Wat liefden we pubers die je een weerwoord geven
omdat ze zichzelf zijn, al is ‘t nog maar even…
We liefden nieuwe ideeën en durven dromen
over wat nog niet is, maar zou kunnen komen!
En in al dit lieven en leven
heb ik mijn tapijt kunnen weven,
in het besef:
hoe meer lief en leef, hoe meer reliëf.
Want door alles wat er gebeurt
wordt het levenstapijt steeds dieper ingekleurd,
zodat het intenser zal kunnen verhalen,
over blutsen en builen en regelmatig verdwalen.
Maar ik ben niet de mantel die men op aarde ziet
en ik ben niet het lichaam dat ik achterliet.
Dit jasje was het vervoermiddel van mijn geest,
een huis dat ik bewoonde tot het genoeg was geweest.
Want ik reis verder en zal straks veel vergeten,
alleen wat ik heb geleerd en wèrk’lijk begrepen,
dàt neem ik met me mee
en wordt voor mij het Weten met een grote W.